Door: Hugo Paya
Je hebt ongetwijfeld bewondering voor een topsporter. Misschien wel schaatsster Irene Schouten, met geweldige prestaties op de Olympische Winterspelen in Peking. Of topturner Epke Zonderland, met allerlei titels op de rekstok. Wil je nét zo goed worden als Schouten of Zonderland? Helaas werkt het dan niet om hun trainingsprogramma te volgen. Waarom dat niet werkt, heeft alles te maken met het trainingsprincipe ‘individualiteit’.
Iedereen heeft een andere lichaamsbouw, (motorische) eigenschappen, levensstijl en discipline. Daardoor heeft iedereen sterkere en zwakkere punten. Dat betekent dat iedereen een andere trainingsaanpak nodig heeft, gebaseerd op die sterktes en zwaktes. Ben je sterk, maar mis je snelheid om beter te worden in je sport? Focus je dan op de snelheid. Ben je snel, maar mis je coördinatie? Train dan je coördinatie.
Soms is het juist beter om te focussen op dat waar je goed in bent. “Zijn techniek is niet de beste en hij is sloom uit de startblokken. Maar door te trainen op zijn sterke eigenschappen, maakt hij zijn ‘fouten’ goed.” zeiden de coaches van Usain Bolt.
Ben je een beginner in de sport? Dan hoef je niet volgens een trainingsschema op maat te trainen. Hoe ‘nieuwer’ je in een sport bent, hoe groter je groeipotentieel. Maar als je gevorderd raakt in een sport, wordt het steeds lastiger om je nog te ontwikkelen. Zo moeten topsporters ontzettend hard trainen voor een minimale verbetering. En ja…, dan komt een trainingsprogramma op maat goed van pas.